ABC van de gezinszorg
Wat betekent gezinszorg nu écht?
Gezinszorg is zoveel meer dan huishoudelijke hulp of persoonlijke verzorging. Het draait om nabijheid, menselijkheid en ondersteuning op maat.
Met dit alfabet lichten we kernbegrippen toe die samen het échte verhaal van gezinszorg vertellen — van ADL tot Zorgkundige, en alles daartussenin. Elke letter brengt je dichter bij de praktijk, de waarden en de mensen achter gezinszorg.
Deze pagina groeit mee met onze reeks op sociale media. Elke maand komt er een nieuwe letter bij. Volg mee, ontdek en leer gezinszorg beter kennen – van A tot Z.
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
A
ADL • [aa-dee-el]
zelfstandig naamwoord (afkorting)
Activiteiten van het Dagelijks Leven
De handelingen en basisactiviteiten die een persoon dagelijks uitvoert om zichzelf te verzorgen en te functioneren in het dagelijks leven.
Voorbeelden: eten, zich wassen, aan- en uitkleden, naar het toilet gaan, zich verplaatsen, huishoudelijke taken …
Wordt vaak gebruikt in de thuiszorg om het niveau van zelfredzaamheid van een persoon te beoordelen en om te bepalen welke hulp of ondersteuning nodig is.
B
BelRAI • [bel-raai]
zelfstandig naamwoord (afkorting)
BelRAI is een verzameling wetenschappelijk gevalideerde beoordelingsinstrumenten die zorg- en welzijnsverleners helpen om kwetsbare mensen met complexe noden beter te ondersteunen. Via gestandaardiseerde vragenlijsten brengen ze iemands gezondheid en thuissituatie in kaart. Zo worden zorg- en ondersteuningsplannen beter afgestemd en wordt samenwerken makkelijker.
Voorbeeld:
Binnen de gezinszorg maken we gebruik van de tools BelRAI Screener en Sociaal Supplement om zorg en ondersteuning zo persoonlijk en efficiënt mogelijk te maken.
C
CDO • [cee-dee-oo]
zelfstandig naamwoord (afkorting)
CDO is de afkorting voor Centrum voor Dagopvang – een kleinschalige, huiselijke plek waar mensen overdag terechtkunnen voor zorg, ondersteuning en een zinvolle dagbesteding. Cliënten krijgen er verzorging, kunnen deelnemen aan activiteiten en sociale contacten onderhouden, terwijl gekwalificeerd personeel hen begeleidt.
Voorbeeld:
Dankzij het Centrum voor Dagopvang in de buurt kan Maria overdag genieten van gezelschap en ondersteuning, terwijl haar mantelzorger even op adem komt.
D
Doelgerichte zorg • [doel·ge·rích·te zórg]
zelfstandig naamwoord
Doelgerichte zorg is een positieve benadering van zorg en ondersteuning, die vertrekt vanuit wat écht belangrijk is voor de persoon met een zorgnood. Niet het bestaande aanbod staat centraal, maar de doelstellingen van de persoon zelf – zijn of haar waarden, wensen en levensdoelen. Het doel? Ondersteunen op een manier die de levenskwaliteit versterkt en zoveel mogelijk aansluit bij wat iemand zelf wil bereiken.
Voorbeeld:
Bij doelgerichte zorg vragen we eerst: “Wat geeft jouw leven betekenis?” en pas daarna: “Hoe kunnen wij je daarbij ondersteunen?”
E
Ecoswitch • [ee·ko·switsj]
eigennaam
-
Initiatief van Verso en enkele van haar sectorfederaties (waaronder Zorggezind) dat sociale ondernemingen ondersteunt bij het integreren van ecologische duurzaamheid in hun beleid.
-
Lerend netwerk en begeleidingstraject dat focust op gedragsverandering rond thema’s zoals energie, mobiliteit en circulaire economie, met het oog op structurele en haalbare verduurzaming.
-
Beweging die tegen 2030 in 10.000 sociale ondernemingen een duurzame switch wil realiseren, met tools, tips en inspirerende voorbeelden.
F
Frezenberg • [free·zen·berg]
eigennaam
-
Gehucht in de gemeente Zonnebeke. Ligt twee kilometer ten westen van het dorpscentrum, langs de weg naar Ieper (N332), tegen de grens met Ieper en Langemark.
-
Eén van de meer 2.500 Vlaamse woonkernen waar diensten voor gezinszorg aan huis komen - voor doelgerichte zorg en ondersteuning, waar en wanneer het nodig is.
G
Gebruikersbijdrage • [ge·brui·kers·bij·dra·ge]
zelfstandig naamwoord
-
Bedrag dat cliënten betalen per uur gezinszorg, berekend op maat van hun inkomen en gezinssituatie. Er bestaan ook kortingen, bijvoorbeeld bij intensieve of langdurige zorg.
-
Wordt vastgelegd tijdens een huisbezoek van de dienst gezinszorg, op basis van officiële documenten. De berekening volgt een ministerieel vastgelegde schaal.
-
Vandaag is de berekening complex en tijdrovend, maar verandering is op komst: er wordt momenteel gewerkt aan een geautomatiseerd systeem.
H
Huisbezoek • [huis·be·zoek]
zelfstandig naamwoord
-
Een huisbezoek, ook wel sociaal onderzoek genoemd, vormt een verplicht onderdeel van de opstart tot gezinszorg.
-
Een sociaal werker van de dienst gaat langs bij de cliënt thuis, brengt de zorg- en ondersteuningsnoden in kaart en bekijkt de context waarin de cliënt leeft.
-
Daarbij wordt gekeken naar de levenssituatie, woonomgeving, het sociale netwerk en eventuele mantelzorg. Tijdens het huisbezoek maken we gebruik van de BelRAI-instrumenten en bereken we de gebruikersbijdrage. Zo kan de juiste zorg en ondersteuning georganiseerd worden. We gaan jaarlijks opnieuw langs om dit te herhalen of sneller als dat aangewezen is.
I
Intersectorale samenwerking • [in·ter·sec·to·ra·le sa·men·wer·king]
zelfstandig naamwoord
-
Samenwerking van gezinszorg met andere sectoren in de brede eerste lijn, zoals thuisverpleging, huisartsen, maatschappelijk werkers (bv. ziekenhuizen en mutualiteiten), jeugdhulp, OCMW-diensten, geestelijke gezondheidszorg en andere welzijnsorganisaties.
-
Doel: gezinnen vlotter toegang geven tot ondersteuning, door expertise te bundelen, tijdig door te verwijzen en zorg beter op elkaar af te stemmen.
-
Kenmerk: overstijgt de grenzen van disciplines of beroepen. Het verbindt hele werkvelden zodat cliënten een samenhangend zorgtraject ervaren in plaats van versnipperde zorg en ondersteuning.
