top of page

Gezinszorg als kind van de rekening?

De diensten voor gezinszorg staan vandaag op de eerste lijn om mensen met een zorg- of ondersteuningsnood in hun vertrouwde thuisomgeving te helpen. Ze ondersteunen ouderen, personen met een beperking en mensen met een psychische kwetsbaarheid, en vermijden zo vaak duurdere zorgopnames. Toch krijgt net deze sector de zwaarste besparing opgelegd.


ree

Gezinszorg moet de oplossing bieden voor ouderenzorg in de toekomst – thuis waar het kan – maar wordt tegelijk geconfronteerd met de zwaarste budgettaire besparing in de sector: een besparing van 3% op het totale budget.


Omdat gezinszorg werkt met vastgelegde tarieven, kan de sector de financiële druk niet doorrekenen aan cliënten – zelfs al zou dat overwogen worden. 


Vraag naar toekomstperspectief

Vandaag vragen de woonzorgcentra in de commissie aandacht voor de impact van de besparingen. Ook binnen de gezinszorg leeft die bezorgdheid, met de nadruk op de nood aan een bredere visie op ouderenzorg waarbij gezinszorg als volwaardige schakel wordt erkend.


De sector vraagt:


  • Duidelijkheid op korte termijn: één maand voor de start van het nieuwe jaar is nog steeds onduidelijk binnen welk budget de gezinszorg moet opereren en hoeveel uren zorg zullen moeten worden ingeleverd.

  • Een groeipad op lange termijn: als het beleid wil dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, moet daar structureel in geïnvesteerd worden.

  • Stabiel naar een vernieuwd financieringsmodel: er wordt gewerkt aan modernisering en automatisering, wat als positief wordt beschouwd, maar ook tijdens de overgangsfase moet stabiliteit verzekerd blijven.


Nood aan hervormingen, maar niet aan afbouw

Volgens Zorggezind, de koepelorganisatie van de diensten voor gezinszorg, is er bereidheid om mee na te denken over efficiëntiewinsten en hervormingen.

“Hervormingen zijn nodig – liefst zelfs snel. Middelen verschuiven om efficiënter meer uren te kunnen presteren, daar wil de sector aan meewerken. Maar besparen is geen optie op een moment dat juist extra investeringen nodig zijn.”

Opmerkingen


bottom of page