top of page

Handhygiëne: klein gebaar, grote impact

Op zondag 5 mei, de Internationale Dag van de Handhygiëne, staan we wereldwijd stil bij het belang van propere handen. Maar laten we eerlijk zijn, handhygiëne gaat verder dan alleen een datum op de kalender. Het is een onmisbare pijler in de strijd tegen infecties. Ook in de gezinszorg. Getriggerd hoe onze sector dit in de praktijk toepast, ging de Zorggezind-redactie langs bij één van onze leden: Gezinszorg Villers.


Villers - Laura Braem / Linda Luyts
Laura Braems (docente verzorging) en Linda Luyts (adjunct-directeur)

Niet geheel toevallig worden we ontvangen in het opleidingscentrum van de dienst. “Hier leggen we de basis voor handhygiëne bij onze medewerkers”, begint adjunct-directeur Linda Luyts. Iets wat Laura Braem, docente verzorging, alleen maar kan beamen: “Handhygiëne, en bij uitbreiding infectiepreventie, is een belangrijk onderdeel van de opleiding tot verzorgende/zorgkundige.”


Linda werkt als sinds 1995 bij Villers. Voorheen ook als docente verzorging en preventie-adviseur. Infectiepreventie loopt als een rode draad doorheen haar carrière. “Vroeger lag de nadruk vooral op handen wassen en netjes werken”, deelt ze. “Nog steeds een relevante boodschap, al draait het vandaag uiteraard om veel meer dan dat.”

 


Eerste richtlijnen

In 2006 zette Villers de eerste richtlijnen omtrent handhygiëne op papier, in samenwerking met het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). “Pioniers zou ik ons niet noemen, elke dienst had in die tijd zijn eigen richtlijnen”, gaat Linda verder. “Wij kozen er toen voor om handzeep, handontsmettingsmiddelen, verzorgings- en huishoudhandschoenen breed beschikbaar te stellen onder onze medewerkers. Uiteraard was er meer nodig om gedragenheid te creëren: alle medewerkers kregen dat jaar een intensieve vorming rond infectiepreventie, waarin onderwerpen zoals MRSA en antibioticagebruik, maar ook correcte handhygiëne aan bod kwamen. Daarvoor maakten we voor de eerste keer gebruik van een lightbox: medewerkers smeren hun handen dan in met een speciale UV-lotion op dezelfde manier als ze hun handen zouden wassen of ontsmetten. Met de UV-inspectielamp lichten daarna enkel de goed ontsmette delen op.”

Villers - handhygiëne - gezinszorg
Door middel van een lightbox kan de kwaliteit van handhygiëne geëvalueerd worden.

 

“Confronterend”, pikt Laura in. “En nog steeds heel relevant. We gebruiken de lightbox vandaag nog altijd. Zowel tijdens de opleiding van nieuwe medewerkers als om handhygiëne regelmatig onder de aandacht te brengen tijdens de wijkwerkingen.”


Corona veranderde alles

“Het is mooi om te zien hoe onze richtlijnen niet alleen kennis brengen, maar ook een gevoel van verantwoordelijkheid bij onze medewerkers stimuleren”, merkt Laura op. “Het gaat vandaag om meer dan alleen maar handen wassen, eerder om het creëren van een veilige omgeving voor onze cliënten.” Dat gevoel kwam heel fel naar de oppervlakte tijdens en na de COVID-19-pandemie. “Infectiepreventie werd een hot topic”, vult Linda aan. “Plotseling werden er richtlijnen van het departement Zorg uitgevaardigd, die op sector- en organisatieniveau geïmplementeerd moesten worden. Een hele uitdaging. Gelukkig hadden we bij Villers net voor de pandemie de overstap gemaakt naar 100% digitale communicatie, waardoor we snel en effectief konden communiceren met onze medewerkers.” Via deze weg informeerde Villers haar medewerkers over het coronavirus en infectiepreventie via instructiefilmpjes en demonstraties, bijvoorbeeld over het correct gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's). “Onze preventie-adviseur Caroline Moens – die er vandaag helaas niet bij kon zijn – verdient veel credits op dit vlak. In volle coronaperiode reisde zij heel Vlaanderen af om PBM's zoals mondmaskers te verwerven en verspreiden.”


Villers - gezinszorg - infectiepreventie - PBM
Tijdens de opleiding tot verzorgende/zorgkundige wordt er veel aandacht besteed aan infectiepreventie, bijvoorbeeld over het correct gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's).

Nieuwe basisrichtlijn

In de jaren 2022-2023 versoepelden de richtlijnen van de overheid geleidelijk. “Het was belangrijk om infectiepreventie niet uit het oog te verliezen”, vertelt Linda, “maar ook om niet aan overkill te gaan doen.” Dit resulteerde in de ontwikkeling van een algemene basisrichtlijn voor alle diensten voor gezinszorg, waarbij zowel Linda als Laura nauw betrokken werden.

 

“Deze richtlijn werd opgesteld met een duidelijke insteek: infectiepreventie blijft een prioriteit, maar we moeten ook voorkomen dat we overdreven voorzorgsmaatregelen nemen”, aldus Linda. “Zo zijn bijvoorbeeld PBM's niet nodig wanneer er geen besmettingsgevaar is. Het overmatig gebruik van desinfectiemiddelen kan bovendien ongezond zijn voor zowel onze medewerkers als onze cliënten, en het milieu belasten.

 

De basisrichtlijn is het resultaat van een effectieve samenwerking tussen de diensten voor gezinszorg en het Departement Zorg, met waardevolle inbreng van zowel Linda als Laura. “Ik werd bijvoorbeeld geraadpleegd om te waarborgen dat de opgestelde regels praktisch uitvoerbaar waren”, vertelt Laura. Het resultaat is een algemene basisrichtlijn die uniformiteit bevordert binnen alle diensten voor gezinszorg. Het is een positieve stap voorwaarts, waarbij de richtlijnen zijn aangepast aan de specifieke behoeften van de gezinszorg, die aanzienlijk verschillen van die in een woonzorgcentrum of ziekenhuis.


Infectiepreventie: een neverending story

“Ook al verschilt de nieuwe basisrichtlijn niet zoveel van hoe we ervoor te werk gingen, het is belangrijk dat al onze medewerkers aan boord zijn”, zegt Linda. “Om dit te vergemakkelijken, hebben we deze maand Inception geïntroduceerd, een kwaliteitsmanagementsysteem waar medewerkers altijd de laatste versie van de richtlijnen en procedures met betrekking tot infectiepreventie kunnen vinden. “Denk bijvoorbeeld aan procedures voor prik-, spat- en snijongevallen”, merkt Laura op. “Het is belangrijk dat zelfs in minder voorkomende situaties, onze wijd verspreide medewerkers gemakkelijk toegang hebben tot een platform waar ze eerlijk kunnen melden wat er is gebeurd en de richtlijnen kunnen vinden voor de next steps.”


bottom of page