Thuiszorg zit in de lift
De vraag naar thuis- en gezinszorg stijgt door bv.
vermaatschappelijking van de zorg,
de vergrijzing en de toename van het aantal eenpersoonsgezinnen,
het verlangen om in de vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen
Er is een maatschappelijke consensus over de grote nood aan kwalitatieve thuis- en gezinszorg in de komende jaren.
Zorggezind pleit al geruime tijd voor bijkomende investeringen en we merken dat zowel de Vlaamse Ouderenraad, dokter Roel Van Giel als de cliënten ons bijtreden.
We ondersteunen onze vraag graag met cijfermateriaal. Hieronder maken we de balans op van de inzet van gezinszorg in de afgelopen jaren.
Het aantal toegekende uren aan de diensten in 2015-2016 daalt. Toch blijft het aantal gebruikers stijgen.
We kunnen dit hoofdzakelijk verklaren door de zgn. taakuitzuivering, waardoor het aantal voltijdse equivalenten in de aanvullende thuiszorg in 2015-2016 is gestegen. Dit ten nadele van het urencontingent gezinszorg.
Het aantal uur per hulpbeurt daalt: bv. op vraag van de cliënt, door intensievere samenwerking met andere zorgactoren en/of door schaarste bij de diensten.
Daarnaast zijn er meer gebruikers die slechts gedurende een korte periode beroep doen op gezinszorg, bv. meer kraamzorg als gevolg van verkort verblijf na bevalling, acute gezinszorg in geval van noodsituaties enz.
Conclusie?
Maatschappelijke evoluties en bovenstaande cijfers sterken ons in onze vraag naar bijkomende investeringen. Zorggezind pleit ervoor om te kiezen voor kwaliteit én kwantiteit:
een 100% toegankelijk aanbod waarbij keuzevrijheid gegarandeerd is en zorg voor de gebruiker betaalbaar blijft,
het volgen van het in het voorbije regeerakkoord vastgelegd jaarlijks groeipad van 4% op het urencontingent om de discrepantie tussen de programmatie en het aantal subsidiabele uren weg te werken,
met een verhoging van de omkaderingsnorm van 1 VTE begeleidend medewerker per 100 geholpen gebruikers (huidige situatie: 1 VTE per 120) om medewerkers en cliënten kwaliteitsvol te ondersteunen
Comments